Onderwijslogistiek is het proces waarmee een onderwijsorganisatie vraag en aanbod bij elkaar brengt. Het gaat om het in kaart brengen van de leervragen van studenten, het expliciteren van die keuzen en het arrangeren van de keuzen en het aanbod. Dat blijkt geen eenvoudige materie te zijn!
Eduarte heeft een module OLS waarmee dit proces van arrangeren kan worden ondersteund.
De keuzen van de student kunnen worden gedaan in een aparte Servicemodule. Daarmee voorkom je dat een student in de administratieomgeving terecht komt.
Afhankelijk van de voorkeuren van de instelling kunnen verschillende keuzemogelijkheden worden klaargezet. Verplichte onderdelen, verplichte keuzen, verplichte onderdelen maar vrije keuze in het moment waarop, een geheel vrije keuze of een combinatie van die vormen kunnen in het systeem worden klaargezet.
Een student maakt een keuze in twee stappen: hij stelt eerst een programma samen, daarna bepeelt hij op welk moment die leereenheden worden gevolgd.
Een studieloopbaanbegeleider heeft een belangrijke rol in het keuzetraject. Hij kan de keuzen bekijken, desnoods aanpassen en goedkeuren.
In het programma van de student wordt geregistreerd hoeveel aan onderwijstijd inmiddels in het programma is ingevuld.
Een 'super arrangeur' (what's in a name?') kan overzien hoe het keuze en goedkeuringsproces verloopt. Dat gebeurt via een scherm met een overzicht van de stand van zaken per loopbaanbegeleider.
Het vaststellen van het aanbod gebeurt ook door de superarrangeur. Daarin worden de consequenties zichtbaar gemaakt van keuzen in het aanbod. Als er iets niet doorgaat, moet duidelijk zijn welke studenten dat betreft.
Als het aanbod is vastgesteld, kan het resultaat worden geëxporteerd naar een roosterprogramma.
In de processen moet rekening gehouden worden met een aantal terugkoppellussen. Als een bepaald aanbod niet doorgaat, moet een nieuwe keus gemaakt worden door de student. Communicatie tussen superarrangeur en slb en tussen slb en studenten is dus een belangrijke randvoorwaarde. Wanneer het aanbod is vastgesteld maar er roosterproblemen optreden, idem dito. Hier kun je je eigen ellende organiseren, als je dit niet goed regelt.
Het aanbod in de OLS-module komt uit de onderwijscatalogus. De onderwijscatalogus kan allerlei elementen bevatten, kwalificerend of niet kwalificerend, al dan niet roosterbaar of zelfs kiesbaar.
De kwalificerende elementen worden gekoppeld aan opleidingen. Dat is nodig on cijfers te kunnen invoeren en dus om te kunnen kwalificeren en te diplomeren.
Roosterbare eenheden staan ook in de onderwijscatalogus en worden in de tijd weggezet. Daar kunnen keuzes aan gekoppeld worden. Dat levert mogelijkheden voor flexibilisering.
Vanuit het publiek komen allerlei vragen over de mogelijkheden van de onderwijscatalogus. Het is mogelijk om een programma helemaal te verplichten, helemaal vrij te laten met een wereld van mogelijkheden daartussen. Een concept dat daarbij even wordt aangehaald is het referentiearrangement: een vooraf gedefinieerd samenstel van een aantal onderwijsproducten. Ook is het mogelijk om paklijsten samen te stellen, een onderwijsproduct met meerdere onderliggende producten waaruit gekozen kan worden.
Het werken op deze manier vergt naast het roosteren ook meer aandacht voor het plannen. Het stelt ook allerlei eisen aan roosterprogramma's. In feite vergt het een nieuwe generatie roosterprogramma's, die inmiddels in ontwikkeling zijn.
Om als instelling er mee aan de slag te gaan, is een visie nodig op de gewenste flexibiliteit, inrichting van opleidingen, standaardisatie. Maar dat zijn erg leuke en spannende trajecten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten